Ewout Görtz, onderzoeker Guberna, het Instituut voor Bestuurders.
In De Tijd van 18/9 verscheen een artikel op basis van grootschalig onderzoek van de UGent en het UZ Gent dat de ziekenhuisnetwerken er onvoldoende in slagen om een doelmatigere en efficientiëre zorg te bieden en dat ze “zowel de doelmatigheid als de duurzaamheid van de zorg in de weg staan”.
De titel van het artikel “ziekenhuisnetwerken maken droom van betere zorg niet waar”, bevat uiteraard een belangrijke kern van waarheid. In de praktijk zien we dat de netwerken niet volledig het beoogde resultaat behalen. Maar moeten de netwerken dan op de schop, en stappen we er vanaf of gaan we ze hervormen?
Op basis van een studie voor Guberna waaraan ik meewerkte, moeten ze hervormd worden in plaats van ze af te schaffen. Helemaal opnieuw beginnen zou verkeerd zijn. Iedereen is het erover eens dat samenwerken nodig is om de gezondheidszorg toekomstbestendig te houden. De netwerken hebben alleszins gezorgd voor heel wat meer contactmomenten tussen ziekenhuizen en prille vormen van samenwerking, ook op informele basis, maar dat kan en moet nog beter.
Hoe hervormen?
Laten we uitzoomen op macroniveau. De basisvraag is wat de doelstellingen zijn van die netwerken. Het is erg belangrijk welke perceptie er heerst op het terrein en welke betekenis mensen eraan geven. We zien dat de overheid de finaliteit van de netwerken niet duidelijk omschreven heeft. Wordt er gestreefd naar netwerken, of op termijn naar fusies? Dat is een eerste vaststelling vanuit macroperspectief.
Ten tweede moeten we kijken naar financiering, wat ook in het artikel vermeld wordt. Dat is een heikel thema. Men heeft ervoor gekozen om niet te financieren op netwerkniveau, maar op het niveau van de individuele ziekenhuizen. Dat zorgt voor een verkeerde incentive. Ook op het niveau van het netwerk dient er financiering te zijn, gekoppeld aan het nastreven van doelstellingen. De financiering van de ziekenhuisnetwerken kan ook niet los gezien worden van een bredere hervorming van de ziekenhuisfinanciering.
Ten derde leven de netwerken niet in een vacuüm. In alle teksten wordt er gestreefd naar een ‘zorgcontinuüm’, een soepele keten in de eerste, tweede en derde lijn van de keten. Daar zien we een groot pijnpunt. De ziekenhuisnetwerken zijn als geografische aaneensluitende gebieden bijvoorbeeld niet afgestemd op de omschrijving van de eerstelijnszones. De regio’s moeten beter op elkaar afgestemd worden, zodat we van ziekenhuisnetwerken evolueren naar zorgnetwerken. Dat is een taak van de overheid. De huidige geografische omschrijving van ziekenhuisnetwerken zorgt er overigens ook voor dat men concurrenten samenbrengt in dat gebied. Dat kan de overheid beter organiseren.
Vijf aanbevelingen
Als we verder inzoomen is het zo dat het met name vooral mank loopt op het vlak van interne governance. Zowel conceptueel als in praktijk heeft het ziekenhuisnetwerk niet de governancekracht van een echte ‘parent’, zoals in hiërarchische structuren. vanuit onze studie in dat kader vijf aanbevelingen formuleren. Ten eerste, zet meer in op strategische wisselwerking tussen het ziekenhuisnetwerk en de individuele ziekenhuizen, steunend op de RZSP. Ten tweede, invoeren van duidelijk leiderschap en procedures rond delegatie van macht en verantwoording. Ten derde, maak optimaal gebruik van financiële incentives met respect voor alle stakeholders. Ten vierde, ontwikkel het menselijk kapitaal binnen de ziekenhuisnetwerken. En tot slot moet de overheid haar voorwaardenscheppende rol (meer) opnemen. Werk daarom ook tegenstrijdigheden in het wettelijk kader weg.
De speeltijd voor de overheid én de ziekenhuizen zelf is inderdaad voorbij!